Target Rotterdam

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Rotterdam meer dan driehonderd keer gebombardeerd door de Britse en Amerikaanse luchtmachten. De bombardementen waren gericht tegen economische en militaire objecten in gebruik bij de Duitse bezetter. Niet alleen in Rotterdam, maar ook in Schiedam, Vlaardingen, Maassluis en Hoek van Holland.Rotterdam was als Nederlands grootste havenstad een logisch, legitiem en onvermijdelijk doelwit voor de geallieerde luchtmachten. Geregeld boekten zij succes bij hun bombardementen op werven, schepen en raffinaderijen. Maar vaker nog ging het mis. Een groot deel van de zevenduizend afgeworpen brisantbommen viel onbedoeld in woonwijken. De geallieerde bommen maakten zo méér slachtoffers dan de Duitse bommen hadden gedaan op 14 mei 1940. Dit leed was extra moeilijk te bevatten omdat het werd aangericht door de latere bevrijders. Dat droeg eraan bij dat de geallieerde luchtaanvallen na de oorlog in de vergetelheid zijn geraakt.Bij het onderzoek door de auteurs van Target Rotterdam zijn grote hoeveelheden eerder onbekend archiefmateriaal aangetroffen in archieven in Nederland, Engeland, Duitsland en de Verenigde Staten. Het materiaal werpt nieuw licht op de toedracht van het verwoestende Amerikaanse bombardement van 31 maart 1943 op Rotterdam-West. Maar ook op de talrijke nachtelijke Britse bomafworpen in het Rotterdamse stadsgebied tussen 1940 en 1942, die lang met raadsels omgeven zijn geweest.Aan de hand van officiële documenten en persoonlijke getuigenissen wordt zo voor het eerst het complete verhaal van de luchtoorlog boven Rotterdam verteld.