Niks heb ik met iks

Gedachten uit het vorige boek zijn toegepast op een aantal terreinen zoals verzamelingen, waarheid en natuurkunde. Een aantal boeken zijn wederom als leiboek gebruikt om na te gaan of aanpassingen mijnerzijds, bijvoorbeeld aan het begrip 'betrekking' , wel als adequaat zijn te nemen. Het begint erop te lijken. Er zijn nu nog veel meer vragen opgeworpen zoals hoe reële getallen te introduceren in samenhang met differentialen alsook het begrip snelheid in samenhang met tijd en afstand. Tijd, snelheid noch afstand zijn objecten. De begrippen 'noodzakelijk', 'mogelijk' en daarmede ook de waarheid van een propositie komt in het laatste hoofdstuk aan de orde, en dus ook inherent hieraan 'de leugenaar van Bradwardine' maar dan in een daaraan voorafgaand hoofdstuk. Het begrip 'mogelijk' heeft naar het lijkt, als ik I. Kant's Kritik der Praktischen Vernunft lees, een wijdere interpretatie dan ik dacht, òf, er is iets anders bedoeld met 'mogelijk'. Echter, mijn belangstelling is nu komen te liggen op het gebied van de wijze waarop en waarom mensen handelen zoals ze doen.