Winterdieren

De dieren in dit boek houden best van zon, maar dan moet het wel een koud zonnetje zijn. Eentje waarvan je haren rechtovereind gaan staan. Ze wonen op de Noordpool en de Zuidpool. Het is er altijd koud. Niet gewoon koud, maar ijskoud. Zomers en ‘s winters staat de diepvries aan. Als de sneeuw eens niet over de velden jaagt, kun je de bewoners horen: de roep van de sneeuwuil, de krakende knietjes van het rendier, het zingen van de beloega, het gebrul van de zuidelijke zeeolifant en het geschuifel van de keizerspinguïn. Mooie ingrediënten voor een heerlijk, en leerzaam, luisterboek!

Inhoud
1. Waarschuwing
2. De wolf
3. De keizerspinguin
4. De muskusos
5. De narwal
6. De reuzenalbatros
7. Het rendier
8. De antarctische ijsvis
9. De kolossale inktvis
10. De lynx
11. De walrus
12. De lemming
13. Krill
14. De arctische grondeekhoorn
15. De noordse stern
16. De belgica Antarctica
17. De groenlandse walvis
18. De zeeluipaard
19. De sneeuwuil
20. De veelvraat
21. De poolhaas
22. De zuidelijke zeeolifant
23. De eland
24. De ijsbeer