De jacht op de meesterdief

Als Falco op een morgen wakker wordt, is alles wat hij bezit gestolen, behalve de kleren die hij draagt met daaraan een briefje: Hooggeachte namaakbaron, Je bent de ergste schurk die ik ooit gekend heb. Ik had baron moeten worden, niet jij! Ik steel je alles af. Ik ben de Algapper, en er is niets dat ik niet kan stelen. Denk maar niet dat je je paleis gewoon weer opnieuw kunt opbouwen. Ik zal het steeds weer stelen, net zolang tot je de moed opgeeft en als een bedelaar langs te straten zwerft. Je vroegere vriend, Ekster Falco begint in dit verhaal als bedelaar en eindigt als de rijkste man van de wereld. Ondertussen redt hij een weesmeisje, laat hij een goochelaar verdwijnen en verslaat hij twintig politiemannen (waarvoor hij niet meer nodig heeft dan een brandende kaars en een haakje in het plafond). Maar vooral maakt hij jacht op zijn grote vijand Ekster, de dief der dieven. Die is hem nu te slim af geweest, maar Falco weet het zeker: dit keer is Ekster de klos!