Gregor de Bovenlander De vloek

Ze lieten zich in het gat zakken. Gregor knipte de zaklamp aan en bescheen de lange trap. De lucht was zwaar, koud en muf.
Bij de laatste tree keek hij achterom naar zijn vader, die pas halverwege was. ‘Doe maar rustig aan. Hij is er nog niet.’ Gregor was nog niet uitgesproken of hij voelde een harde klap op zijn pols. De zaklamp vloog uit zijn hand. Hij draaide zijn hoofd en zag nog net een groot, harig lijf dat uit de schaduw op hem af sprong.
De rat had in een hinderlaag gelegen.

Gregor is weer veilig terug bij zijn ouders en zusjes in New York. Toch zit hem iets behoorlijk dwars. Volgens een nieuwe voorspelling zal een gruwelijke plaag Onderland treffen. Deze plaag, die ook wel de vloek van de warmbloedigen wordt genoemd, kan alleen worden bedwongen door de krijger: Gregor. Als hij te horen krijgt dat zijn vleermuis Ares het eerste slachtoffer van de vloek dreigt te worden, dringt het scherp tot Gregor door: hij moet zo snel mogelijk terug naar Onderland.