Geld voor GGZ

de financiering van de geestelijke gezondheidszorg en de invloed van geld op de zorgpraktijk (1884-1984)

Prijs € 71,99

Uitverkocht

Ook beschikbaar als:

C.Th. Bakker

Paperback | Mei 2009 |

Beoordeel dit boek als eerste!

Beschrijving

Een studie naar waar het geld voor de GGZ vandaan kwam en hoe het werd besteed (periode 1884-1983).Sinds de invoering van tweede Krankzinnigenwet (1884) zijn de kosten voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Nederland gestegen. Ondanks terugkerende klachten daarover, waren er altijd argumenten om geld voor GGZ beschikbaar te stellen. Tot eind twintigste eeuw bestond de GGZ uit twee werelden: enerzijds het krankzinnigengesticht (de psychiatrische inrichting), met een wettelijk verankerd financieringsstelsel, anderzijds de extramurale (ambulante) GGZ, die een organisatorische en financiële ‘lappendeken’ werd genoemd. Deze structuur hield stand totdat de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (1968) een nieuw kader bood. Catharina Th. Bakker zocht antwoord op de vraag wat dit betekende voor de praktijk. Bakker analyseerde exploitatiegegevens van instellingen en lichtte zes perioden eruit, vanaf de komst van de tweede Krankzinnigenwet (1884) tot en met de invoering van de RIAGG (rond 1983). Op- en neergaande lijnen in kostenposten bracht ze in verband met de sociaal-politieke en economische ontwikkelingen van dat moment. Zo ontstonden nieuwe, soms verrassende inzichten over de relatie tussen financiering en zorgpraktijk.Catharina Th. Bakker (1964) studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en werkt als freelance onderzoeker en publicist.

Volledige beschrijving

Specificaties

Auteur
C.Th. Bakker
Uitgever
AUP Wetenschappelijk
ISBN
9789056295776
Bindwijze
Paperback
Publicatiedatum
Mei 2009
Categorie
Wetenschappelijk
Taal
Nederlandstalig
Aantal Pagina's
652

Beschrijving

Een studie naar waar het geld voor de GGZ vandaan kwam en hoe het werd besteed (periode 1884-1983).

Sinds de invoering van tweede Krankzinnigenwet (1884) zijn de kosten voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in Nederland gestegen. Ondanks terugkerende klachten daarover, waren er altijd argumenten om geld voor GGZ beschikbaar te stellen.
Tot eind twintigste eeuw bestond de GGZ uit twee werelden: enerzijds het krankzinnigengesticht (de psychiatrische inrichting), met een wettelijk verankerd financieringsstelsel, anderzijds de extramurale (ambulante) GGZ, die een organisatorische en financiële ‘lappendeken’ werd genoemd. Deze structuur hield stand totdat de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (1968) een nieuw kader bood.
Catharina Th. Bakker zocht antwoord op de vraag wat dit betekende voor de praktijk. Bakker analyseerde exploitatiegegevens van instellingen en lichtte zes perioden eruit, vanaf de komst van de tweede Krankzinnigenwet (1884) tot en met de invoering van de RIAGG (rond 1983). Op- en neergaande lijnen in kostenposten bracht ze in verband met de sociaal-politieke en economische ontwikkelingen van dat moment. Zo ontstonden nieuwe, soms verrassende inzichten over de relatie tussen financiering en zorgpraktijk.

Catharina Th. Bakker (1964) studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en werkt als freelance onderzoeker en publicist.

Schrijf een recensie

Velden met een * zijn verplicht

Specificaties

Auteur
C.Th. Bakker
Uitgever
AUP Wetenschappelijk
ISBN
9789056295776
Bindwijze
Paperback
Publicatiedatum
Mei 2009
Categorie
Wetenschappelijk
Taal
Nederlandstalig
Aantal Pagina's
652

Actuele bestsellers!

  • 22,99
  • 18,99
  • 24,99
  • 23,00
  • 15,00
  • 15,99
  • 18,99
  • 15,00
  • 23,99
  • 24,99