Pisuisse

Hoewel Jean-Louis Pisuisse (1880-1927) nu vaak slechts nog in de herinnering staat om zijn gewelddadige dood als gevolg van een ware crime passionel op het Amsterdamse Rembrandtsplein, kan hij zonder overdrijven de vader van het Nederlands cabaret genoemd worden.

Begonnen als journalist en later correspondent bij verschillende kranten, reisde hij in 1906 met collega Max Blokzijl rond als een 'Italiaans' straatmuzikantenduo en deed daarvan in de krant verslag. Daarna ging hij zich écht toeleggen op het cabaret en begon een eigen groep. Geïnspireerd op buitenlandse collega's als bijvoorbeeld Artistide Bruant wist hij een geheel eigen stijl te ontwikkelen, die nog werd versterkt door de samenwerking met tekstschrijver/componist Dirk Witte.

Jean-Louis Pisuisse was een zeer bejubeld en bewonderd artiest, die zijn publiek wist te ontroeren en te prikkelen. Zijn dood in 1927 kwam dan ook als een grote schok voor collega's en bewonderaars.

Inhoud
1. M'n eerste
2. De peren
3. Aspirine
4. Het wijnglas
5. Het land van Noord-Scharwou
6. Fancy Fair
7. Serrez vos rangs
8. Ma femme et ma pipe
9. De Fransche gouvernante
10. Poëzie en proza in de thee (nr. 1)
11. Poëzie en proza in de thee (nr. 2)
12. Liebesphilosophie
13. Grandmother's story
14. Het smidje
15. De weverkens
16. Keeke de boodschaploopster
17. Dát!
18. Le travail
19. Es fuhr ein bauer in's heu