Geschiedenis van de Russische literatuur (deel 1)

De Russische literatuur behoort tot de grootste ter wereld. Met schrijvers als Poesjkin, Gogol, Toergenjev, Tolstoj, Dostojevski en Tsjechov, heeft zij vanaf 1800 de eerste plaats in de wereld veroverd. En met vele andere auteurs als Boenin, Nabokov, Boelgakov, Paster­nak, Achmatova, Mandelstam, Solzjenitsyn, Brodsky heeft het moderne Rusland vervolgens zijn grote literaire traditie voortgezet. In Russische literatuur geeft Weststeijn een fascinerend beeld van de Russische letteren van de negentiende en twintigste eeuw. Nu, vijftien jaar later, vult Weststeijn dit aan met een al even boeiend tweede deel Russische literatuurgeschiedenis. Dit tweede deel bestaat uit een reeks essays over bekende en minder bekende negentiende en twintigste eeuwse schrijvers en bevat tevens essays over de literatuur van voor 1800 en na 2000. Dit deel bestrijkt dus een nog veel breder gebied. De twee delen samen geven een geweldig beeld van een literatuur die een aantal van de allergrootste schrijvers ter wereld heeft opgeleverd. Ook de werken van de Russische auteurs die in de schaduw van de groten hebben geschreven en minder bekend zijn geworden, zijn vaak van zeldzaam hoog niveau. Deze twee delen bieden tezamen een volledige Russische literatuurgeschiedenis van 1800 tot de dag van vandaag.