En de wind stilde...

Ds. D. W. Tuinier vertelt 5 verhalen uit de bijbel voor onze jongere kinderen. m.m.v. kinderzang met psalmen uit Urk en Zeeland.

Tekst uit begeleidend boekje:

En de wind stilde...
O, wat gaat het tekeer. Het stormt. De golven beuken tegen het schip. De discipelen van de Heere Jezus zijn bang. Het duurt niet lang of ze zullen verdrinken in de zee. Tot... hun lieve Meester, de Heere Jezus komt. Hij zoekt Zijn jongeren op en spreekt hen geruststellend toe.

Zij moesten van Hem naar de overkant varen. Toen zij een eind gevaren hadden, begint het opeens te waaien. Rukwinden komen vanuit de bergen en vallen op het scheepje aan. De zeilen staan bol en de boot begint hevig heen en weer te slingeren. Het kraakt. De discipelen doen er alles aan om hun boot in evenwicht te houden maar het gaat niet. Ze werken met man en macht maar... tevergeefs. Er staat in de Bijbel dat de wind hen tegen was.

Opeens zien ze daar in het donker van de nacht een gedaante wandelen over het water. Ze schrikken heel erg. Ze zijn bang. Dat kan niet anders dan een spook zijn. Ze schreeuwen van angst, zo lees je in Gods Woord. Ze roepen in hun nood en paniek. Ook dat nog ... eerst die storm, hun schip dat bijna vergaat en nu nog een spook op het water. En Jezus, hun lieve Meester is er niet. Tenminste, dat denken ze. Want Hij is er wel. Hij is op de berg geweest. Daar heeft Hij voor hen gebeden. Hij verliest hen geen moment uit het oog. Zij zien Hem niet maar Hij hen wel. Je kent toch wel het versje?

Hoe donker ooit Gods weg mag wezen

Hij ziet in gunst op die Hem vrezen.

Daar klinkt Zijn stem, bemoedigend, geruststellend en vol troost en liefde: Heb goede moed, Ik ben het. jullie hoeven niet bang te zijn. Ik ben met jullie. Ik blijf bij jullie. Ik zal jullie niet begeven. Ik zal jullie niet verlaten. Ook al denken jullie dat het verkeerd gaat, het gaat goed. Ook al komen er stormen en het schip begint te schudden, zie op Mij. Ook al denken jullie in de golven om te komen, vertrouw op Mij. Schuil bij Mij.

Wat zijn de discipelen blij. Ze herkennen de stem van hun lieve Meester. ja, Hij is het. Hij is het echt. Ze zijn er ontroerd van. Daar klimt Hij over de railing van het schip. Op het zelfde ogenblik wordt het stil. De wind gaat liggen, de boot dobbert weer rustig op de golven. Alle ogen zijn vol eerbied, liefde en verwondering op Jezus gericht. Hij is hun Meester. Hij is de grote Stuurman aan boord van hun schip.

Veilig onder Jezus hoede, ook al stormt het en heb je de wind tegen. Zonder Hem kom je om. Dan slaat je levensbootje vroeg of laat stuk tegen de rotsen. Maar als Jezus bij jou aan boord is, vaar je altijd veilig. Dan kan het weleens donker worden, hoor. En stormen kan het ook. Dan kunnen er verdrietige dingen gebeuren in je leven. Dat je denkt: hoe moet het toch verder? Niemand kan me helpen. Toch heb je een behouden vaart, met Jezus in het schip. Dan kun je het leven door maar ook het leven uit. Met de Heere Jezus kun je leven en sterven.

Ds. D.W. Tuinier

Inhoud
1. Psalm 100: 1, 3 en 4
2. Spreek, want Uw knecht hoort (1 Sam. 3 : 1-10)
3. Psalm 95: vers 1 en 4
4. Kinderlijk geloof (2 Kon. 5: 1–6)
5. Psalm 86: vers 1 en 6
6. Echte vrienden (Markus 2: 1–12)
7. Psalm 99: vers 2, 7 en 8
8. En de wind stilde (Markus 6: 45–51)
9. Psalm 46: vers 1, 3 en 6
10. De dankdag van de Samaritaan (Lukas 17: 11–19)
11. Psalm 138: vers 1 en 3