Drinken vissen water?

Hoe plast een vogel? Waarom hadden middeleeuwse ridders een pluim op hun helm? Grijpt een slingeraap wel eens mis? Werd er gevoetbald in de middeleeuwen?

Het zijn allemaal vragen die kinderen stelden bij bezoeken aan de Amsterdamse dierentuin Artis en het Muiderslot in Muiden. De antwoorden zijn vaak net zo verrassend.

Dit luisterboek bevat een selectie vragen en antwoorden uit de boeken Zwemmen er haaien in de slotgracht? van Herman Pleij en Drinken vissen water? van Margriet van der Heijden en Maarten Frankenhuis.

Inhoud
Deel 1: Drinken vissen water?
1. Vieren dieren in een dierentuin hun verjaardag?
2. Wat droomt een luiaard?
3. Kan een papegaai zingen?
4. Waarom heet een wasbeer 'wasbeer'?
5. Is een zeepaard een vis?
6. Missen roofdieren in de dierentuin de jacht?
7. Hoe slaapt een vis?
8. Waarom vlooien apen elkaar?
9. Zijn uilen nooit eenzaam?
10. Zijn mannetjesdieren altijd mooier?
11. Wat ziet een bij?
12. Wat ziet een olifant in een spiegel?
13. Waarom gaan pinguins in een dierentuin naar school?
14. Grijpt een slingeraap weleens mis?
15. Waarom eet een geit papier?
16. Waar blijft de poep uit een dierentuin?
17. Wordt een stekelvarken geboren met stekels?
18. Drinken vissen water?
19. Waar halen dierentuinen hun dieren vandaan?
20. Hoe plast een vogel?
21. Kunnen slakken gaan samenwonen in een slakkenhuis?
22. Vriezen de poten van een pinguin nooit vast?
23. Voelen dieren zich wel eens oud?

Deel 2: Zwemmen er haaien in de slotgracht?
24. Hoe lang duurden de middeleeuwen?
25. Waarom hadden ridders een pluim op hun helm?
26. Hoe werd een kasteel gebouwd?
27. Zwemmen er haaien in de slotgracht?
28. Waarom waren ze steeds aan het vechten?
29. Is een harnas zwaar?
30. Hoeveel wc's waren er in een kasteel?
31. Had de kasteelvrouw altijd mooie kleren aan?
32. Waarom hingen er schilderijen in een kasteel?
33. Had een kasteel ook verwarming?
34. Hoe lang waren de mensen?
35. Hadden ze in het kasteel ook huisdieren?
36. Waren ze bang voor heksen?
37. Aten ridders pannenkoeken?
38. Dronken de mensen toen alcohol?
39. Wie was er bang voor de duivel?
40. Hoeveel Kruistochten waren er?
41. In welke rangen waren de mensen verdeeld?
42. Moest iedereen werken?
43. Wat voor geld was er?
44. Moesten kinderen naar school?
45. Hoe werden boeken gemaakt?
46. Waren er veel boeken voor kinderen?
47. Waar kon je naar toe op vakantie?
48. Werd er veel gevoetbald?
49. Waar sliepen de bewoners van het kasteel?
50. Welke namen hadden de mensen toen?
51. Woonden opa's en oma's ook in het kasteel?
52. Zijn er nog veel dingen in de grond te vinden?
53. Hoe weet u dit eigenijk allemaal?